Geslachtsbepaling
Op zeer jonge leeftijd kan het seksen (seksen betekend geslachtsbepaling) van baardagamen erg moeilijk zijn. Beter is om te wachten tot ze een paar weken oud zijn. Voor een echte kenner is het echter niet zo moeilijk om het geslacht te bepalen. Wanneer u dus onzeker bent over het geslacht van uw baardagaam, kunt u het beste een kenner vragen om dit voor u te beoordelen.
De dieren zijn met ± 8 maanden geslachtsrijp, maar nog niet klaar voor een paring. Kenmerk van de geslachtsrijpheid is het voltooid zijn van de primaire en secundaire geslachtskenmerken.
De dieren zijn pas fokrijp als ze volgroeid zijn (volwassen). Dit betekend dat de dieren pas na 1,5 jaar voldoende zijn ontwikkeld om jongen te krijgen.
Acceptatie geslachtsgelijke: Bij mannen zeer laag. Vaak worden mannen met meerdere vrouwtjes gehouden. Vrouwtjes gaan echter vaak goed samen. (Jongere dieren kunnen echter beter in groepsverband gehuisvest worden dan volwassenen).
De ontwikkelde geslachtskenmerken bij volwassen dieren zijn goed zichtbaar. Hieronder zullen we de kenmerken van zowel het vrouwelijke als het mannelijke geslacht beschrijven. Naast uiterlijke geslachtskenmerken, zijn er ook verschillen in gedrag van het mannelijk of vrouwelijk dier. (Lees hier meer over in het hoofdstuk gedrag).
Man:
Als je de staart voorzichtig omhoog tilt is er bij mannetjes duidelijk een zwelling zichtbaar aan de staartbasis, net boven de cloaca. Deze twee verdikkingen worden de hemipenis bulten genoemd. Hieronder bevindt zich de hemipenis. Baardagamen hebben een lange staart, wat de paring bemoeilijkt. Daarom is hun penis als het ware in tweeën verdeeld, hemi betekent half. Hierdoor kunnen ze zowel links als rechts contact maken met het vrouwtje, waardoor de kans op bevruchting aanzienlijk word verhoogd. Bij een volwassen man zijn de femoraalporiën duidelijk zichtbaar.
Vrouw:
Bij het vrouwtje zijn geen zwellingen te zien bij de staartbasis. Bij vrouwtjes lijkt het echter op een kleine zwelling midden boven de cloaca. Bij vrouwtjes zijn de femoraalporiën minder duidelijk aanwezig dan bij mannetjes.
Vrouwtjes zijn soms wat steviger en vorser gebouwd in verhouding met mannetjes. Ook kunnen ze een minder ontwikkelde baard hebben. Aan alleen het formaat kun je niet bepalen of het een man of vrouw betreft.
Femoraalporiën:
Bij een volwassen man kun je op de onderzijde/binnenzijde van zijn dijen duidelijk de femoraalporiën zien, in de vorm van bruine puntjes.
De mannetjes gebruiken de femoraalporiën om stoffen af te zetten en hun territorium daarmee af te bakenen.
Bij vrouwtjes zijn de femoraalporiën minder duidelijk aanwezig dan bij mannetjes.