Bevruchting
Voordat u een Baardagaam laat bevruchten, moet men eerst zeker zijn dat ze in goede conditie verkeerd. Ook kan voor de bevruchting al meer voeding gegeven worden (met name met calcium).
Voor de paring begint, verloopt er een soort parings´s ritueel. De mannen maken de baard zwart en zetten deze op. Ze kunnen hevig met de kop op en neer knikken om de vrouwtjes te verlijden. Vrouwtjes nodigen de mannetjes vervolgens uit door te zwaaien.
De paring kan soms redelijk ruw verlopen. Het mannetje bijt het vrouwtje stevig in haar nek vast (om er niet af te vallen en zodat ze er niet vandoor gaat). Tijdens het bijten kan het mannetje verwondingen aanbrengen of het vrouwtjes zelfs van stekels ontdoen aan de achterzijde van de kop. Het mannetje duwt met zijn staart de staart van het vrouwtje omhoog (hierbij zwiepen de staarten soms druk in het rond).
De mannetjes hebben een hemipenis wat de kans op succes aanzienlijk verhoogd. Omdat baardagamen een lange staart hebben is het soms lastig de geslachtsdelen tegen elkaar te brengen. Daarom is een penis als het ware in twee gesplitst. Hierdoor kunnen ze zowel links als recht het vrouwtje benaderen en contact maken.
Als de paring wordt verstoord, kan de hemipenis naar buiten komen te hangen (Gezondheidszorg/ Prolaps). Soms herstelt dit zich vanzelf, maar bij in gevangenschap gehouden dieren is het beter om een dierenarts te raadplegen. De penis kan ontstoken raken en dit kan leiden tot complicaties.
Het is het goed en leuk om te weten, dat van 1 paring, het vrouwtje wel zo´n 3 legsels eieren kan produceren. Dit vergt uiteraard een grote inspanning (gevolg = uitputting). Dit komt voor, doordat de vrouw sperma op kan slaan en dus meerdere legsels kan afzetten van 1 paring.
Vlak voor de baardagamen vervellen, verliezen ze hun eetlust. Enkele dagen voor de vervelling laat de oude huid al enigszins los, waardoor het dier een doffe kleur krijgt. De huid scheurt vanzelf los, waarbij de huid als velletjes van het lichaam komt.
Bevruchting vaststellen
Ongeveer een maand na de paring zal het vrouwtje een dikke buik krijgen (de eitjes zijn dan ook zichtbaar in de buik). Er kan voorzichtig gevoeld worden aan de buik of de eieren aanwezig zijn.
De eitjes die een baardagaam produceert, zijn niet altijd bevrucht. Er zijn weel een aantal manieren waaraan u kunt herkennen of een eitje bevrucht is of niet. Zodra de eitjes een paar dagen oud zijn kan er duidelijk worden vastgesteld welke eieren bevrucht zijn. Wanneer er met een klein, fel wit lampje in de eitjes word geschenen kun je door de schaal heen kijken. De bevruchte eieren lichten rood op en soms zie je al zelfs een adertjes lopen. Dat sommige eieren nog niet rood zijn, betekent niet dat ze niet bevrucht zijn. Er bestaat een kleine kans dat deze eieren toch een baardje in zich dragen. Laat deze dan liggen, wanneer ze dan indeuken en/of verkleuren zijn ze onbevrucht. Wanneer er in een later stadium gekeken wordt, kan er zelfs een duidelijke omtrek van een klein baardjes in het ei gezien worden. Kijk niet te vaak met een lampje en hou het nooit te dicht of te lang op het ei. Je wilt de eieren niet verstoren en bevruchting geeft geen garantie tot een geboorte van een volledig baardje.